Semantius logo
Semantius
Uitspraken
ECLI:NL:RBGEL:2019:888

ECLI:NL:RBGEL:2019:888 Rechtbank Gelderland , 04-03-2019 / 05/882653-17, 05/740363-18 (gev. ttz) en 05/050909-16 (tul)
Strafrecht

Semantius verrijkingen

Samenvatting

Op 4 maart 2019 heeft de Rechtbank Gelderland een vonnis uitgesproken tegen een verdachte, geboren in 1981 en momenteel gedetineerd in P.I. Arnhem. De zaak betreft meerdere gewapende overvallen die de verdachte heeft gepleegd in Apeldoorn en Beekbergen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan drie overvallen en het bezit van een vuurwapen.

Tenlastelegging

De verdachte werd beschuldigd van:

  1. Overval op Cafetaria [naam 1] op 19 maart 2017, waarbij hij met een vuurwapen en een masker [slachtoffer 1] dwong om geld af te geven. Tijdens deze overval heeft hij gedreigd met geweld en is er zelfs een schot gelost.
  2. Overval op Cafetaria [naam 3] op 29 april 2017, waar hij opnieuw met een vuurwapen [slachtoffer 3] heeft bedreigd en gedwongen om geld af te geven.
  3. Overval op het kantoor van [naam 5] op 30 december 2017, waarbij hij [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] onder bedreiging van een vuurwapen dwong om geld af te geven.

Bewijs en Verdediging

De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen, camerabeelden en forensisch bewijs vastgesteld dat de verdachte de dader was van de overvallen. De verdachte heeft tijdens de zittingen gedeeltelijk bekend, maar betwistte de hoogte van het gestolen bedrag en de omstandigheden van het schieten. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers en getuigen consistent waren en dat de verdachte met opzet geweld heeft gebruikt om zijn eisen kracht bij te zetten.

Kwalificatie van de Feiten

De rechtbank kwalificeerde de feiten als:

  • Afpersing en diefstal met bedreiging van geweld voor de overvallen.
  • Handelen in strijd met de Wet wapens en munitie voor het bezit van een vuurwapen.

Straf

De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht jaar, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De verdediging pleitte voor een lagere straf, verwijzend naar de LOVS-oriëntatiepunten. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten, waaronder het gebruik van een vuurwapen en de angst die dit bij de slachtoffers heeft veroorzaakt, een lange gevangenisstraf rechtvaardigt. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf.

Schadevergoeding

De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 5], en [slachtoffer 6], voor de geleden materiële en immateriële schade. De totale bedragen zijn vastgesteld en de verdachte is verplicht deze te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Conclusie

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere gewapende overvallen en het bezit van een vuurwapen, met een gevangenisstraf van acht jaar als gevolg. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor de slachtoffers.

Soortgelijke uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2013:3725
Strafrecht
09-10-2013
Op 9 oktober 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op een cafetaria in Duiven op 28 december 2012....
ECLI:NL:RBGEL:2013:3559
Strafrecht
01-10-2013
Op 1 oktober 2013 heeft de Rechtbank Gelderland een vonnis uitgesproken in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1990 en thans gedetineerd. De zaak betreft een gewapende overval op een horecagelegenheid...
ECLI:NL:RBGEL:2021:3214
Strafrecht
25-06-2021
Op 21 mei 2021 heeft de Rechtbank Gelderland een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1996 en momenteel gedetineerd in de P.I. Almelo. De zaak betreft meerdere ernstige...
ECLI:NL:RBGEL:2017:6362
Strafrecht
11-12-2017
Op 12 december 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis uitgesproken tegen een verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd in P.I. Arnhem. De verdachte werd beschuldigd van meerdere strafbare...
ECLI:NL:RBGEL:2023:5033
Strafrecht
06-09-2023
Op 5 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen [verdachte], die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en een gewapende overval. De rechtbank heeft vastgesteld...

Tijdslijn

Er is nog door niemand een tijdslijn gegenereerd.
Log in of maak een gratis account om een tijdslijn te kunnen genereren.
Oorsponkelijke uitspraak

Inhoudsindicatie

De rechtbank Gelderland, locatie Zutphen heeft een 37-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar wegens drie overvallen en vuurwapenbezit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummers: 05/882653-17, 05/740363-18 (gev. ttz) en 05/050909-16 (tul) Datum uitspraak: 4 maart 2019

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] , [woonplaats] , thans gedetineerd in P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem.

raadsvrouw: mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Amsterdam.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 2 juli 2018, 27 augustus 2018, 1 oktober 2018, 28 december 2018 en 18 februari 2019.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

Parketnummer 05/882653-17

hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Apeldoorn met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in/uit een Cafetaria, genaamd [naam 1] (gelegen aan de [adres 2] ) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van -een hoeveelheid geld (ongeveer 884 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -met een (vleeskleurig) masker voor het gezicht, althans met bedekt gelaat, en/of met een capuchon op en/of met in zijn hand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp [naam 1] is binnengelopen en/of -tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(daarbij) het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en/of -achter die [slachtoffer 1] aan naar de kluis (in de bijkeuken) is gelopen en/of (wederom) (zakelijk weergegeven) heeft gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(als die [slachtoffer 1] antwoordt dat hij de code niet weet) (opzettelijk dreigend) begint af te tellen "5, 4, 3, 2, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte (op) die [slachtoffer 1] zou (dood)schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn(en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of -(vervolgens) het wapen op de vloer in de keuken heeft gericht en/of een schot heeft gelost/afgevuurd (teneinde zijn eis kracht bij te zetten) en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Doe me dan de kassa maar"(onderzoek

[naam 2] );

en/of

hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een Cafetaria, genaamd [naam 1] (gelegen aan de [adres 2] ) -een hoeveelheid geld (ongeveer 884 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -met een (vleeskleurig) masker voor het gezicht, althans met bedekt gelaat, en/of met een capuchon op en/of met in zijn hand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp [naam 1] is binnengelopen en/of -tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(daarbij) het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en/of -achter die [slachtoffer 1] aan naar de kluis (in de bijkeuken) is gelopen en/of (wederom) (zakelijk weergegeven) heeft gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(als die [slachtoffer 1] antwoordt dat hij de code niet weet) (opzettelijk dreigend) begint af te tellen "5, 4, 3, 2, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte (op)die [slachtoffer 1] zou (dood)schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn (en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of -(vervolgens) het wapen op de vloer in de keuken heeft gericht en/of een schot heeft gelost/afgevuurd (teneinde zijn eis kracht bij te zetten) en/of -(vervolgens)opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen(zakelijk weergegeven) "Doe me dan de kassa maar"(onderzoek

[naam 2] ):

hij op of omstreeks 29 april 2017 te Apeldoorn met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in en/of uit een cafetaria, genaamd [naam 3] (gelegen aan het [adres 3] ) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van -een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 2892,25 (achtentwintighonderdentweeënnegentig euro en vijfentwintig eurocent, althans enig geldbedrag) , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -(toen die [slachtoffer 3] de deur van de Cafetaria voornoemd wilde afsluiten, danwel afsloot) onverhoeds op die [slachtoffer 3] kwam afrennen en/of -(daarbij) tegen die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "Niet dicht doen, niet dicht doen" en/of "Maak open, maak open" en/of (zakelijk weergegeven) "Doe die deur open of ik schiet echt" en/of -een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp) op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en/of -(wederom)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer 3] heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"Maak open, maak open" en/of -(nadat de deur open was gemaakt door die [slachtoffer 3] )tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Naar het geld, naar het geld" en/of (aangekomen bij de kassa) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak open, maak open" en/of -(als die [slachtoffer 3] uitlegt dat het opstarten van de kassa ongeveer 15 seconden duurt) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"nu open, je houdt me voor de gek"! en/of "Ik schiet echt"! en/of (daarbij het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp), op die [slachtoffer 3] heeft gericht gehouden -(nadat verdachte de bankbiljetten uit de kassa heeft gepakt/verkregen) heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Kluis, kluis" en/of "Jij hebt de sleutel, maak die kluis open" en/of -(na de opening van de kluis door die [slachtoffer 3] en/of het verkrijgen van het geld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven), terwijl verdachte een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden), "Jij blijft nu rustig hier, ja"? (onderzoek [naam 4] );

en/of

hij op of omstreeks 29 april 2017 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen -een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 2892,25 (achtentwintighonderdentweeënnegentig euro en vijfentwintig eurocent, althans enig geldbedrag) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [naam 3] (gevestigd [adres 3] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -(toen die [slachtoffer 3] de deur van de Cafetaria voornoemd wilde afsluiten, danwel afsloot) onverhoeds op die [slachtoffer 3] kwam afrennen en/of -(daarbij) tegen die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "Niet dicht doen, niet dicht doen" en/of "Maak open, maak open" en/of (zakelijk weergegeven) "Doe die deur open of ik schiet echt" en/of -een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp) op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en/of -(wederom)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer 3] heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"Maak open, maak open" en/of - nadat de deur open was gemaakt door die [slachtoffer 3] ) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Naar het geld, naar het geld" en/of (aangekomen bij de kassa) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak open, maak open" en/of -(als die [slachtoffer 3] uitlegt dat het opstarten van de kassa ongeveer 15 seconden duurt) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"nu open, je houdt me voor de gek"! en/of "Ik schiet echt"! en/of (daarbij het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp), op die [slachtoffer 3] heeft gericht gehouden -(nadat verdachte de bankbiljetten uit de kassa heeft gepakt/verkregen) heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Kluis, kluis" en/of "Jij hebt de sleutel, maak die kluis open" en/of -(na de opening van de kluis door die [slachtoffer 3] en/of het verkrijgen van het geld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven), terwijl verdachte een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden), "Jij blijft nu rustig hier, ja"? (onderzoek [naam 4] );

Parketnummer: 05/740363-18

hij op of omstreeks 30 december 2017 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in/uit het kantoor van [naam 5] (gelegen a/d/ [adres 4] (Locatie [naam 6] )) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 800,-, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [naam 5] toebehoorde, immers is/heeft verdachte; -onverhoeds, met gezichtsbedekkende kleding/bedekt gelaat en/of met een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp in de hand, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] afgelopen (terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] het pand voornoemd aan het afsluiten waren) en/of -een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer 5] (in het bijzijn van die [slachtoffer 6] )op intimiderende/dreigende toon gezegd/geroepen(zakelijk weergegeven) "ik wil naar binnen, ik wil het geld" en/of "ik wil het binnen tien seconden hebben, anders schiet ik je vriend ( [slachtoffer 6] ) in zijn been" en/of -(vervolgens) begonnenmet af te tellen "10, 9, 8, 7, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte die [slachtoffer 6] in zijn been zou schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn (en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op de het be(e)n(en) van die [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, (daarbij) (continu) gericht (gehouden) op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, is blijven richten en/of gericht heeft gehouden op/tegen de nek/hals van die [slachtoffer 5] , terwijl die [slachtoffer 5] de kluis opende(ondcerzoek [naam 7] );

en/of hij

op of omstreeks 30 december 2017 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, in/uit het kantoor van [naam 5] (gelegen a/d/ [adres 4] (Locatie [naam 6] )) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 800,-, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/heeft verdachte -onverhoeds, met gezichtsbedekkende kleding/bedekt gelaat en/of met een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp in de hand, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] afgelopen (terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] het pand voornoemd aan het afsluiten waren) en/of -een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer 5] (in het bijzijn van die [slachtoffer 6] ) op intimiderende/dreigende toon gezegd/geroepen(zakelijk weergegeven) "ik wil naar binnen, ik wil het geld" en/of "ik wil het binnen tien seconden hebben, anders schiet ik je vriend ( [slachtoffer 6] ) in zijn been" en/of -(vervolgens) begonnen met af te tellen "10, 9, 8, 7, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte die [slachtoffer 6] in zijn been zou schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn(en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op de het be(e)n(en) van die [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, (daarbij) (continu) gericht (gehouden) op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, is blijven richten en/of gericht heeft gehouden op/tegen de nek/hals van die [slachtoffer 5] , terwijl die [slachtoffer 5] de kluis opende(ondcerzoek [naam 7] );

hij in of omstreeks 11 maart 2017 tot en met 14 maart 2018 te Apeldoorn en/of elders in Nederland, een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool, model Colt [naam 8] , kaliber 9 mm P.A.K.(voorzien van serienr. [nummer] ), en/of munitie van categorie III, te weten ongeveer 38, althans een hoeveelheid, knalpatronen, kaliber 9mm P.A.K en/of ongeveer 9, althans een hoeveelheid kogelpatronen. kaliber 7.65 mm , voorhanden heeft gehad;

De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/882653-17 feit 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 19 maart 2017 is verdachte met een vleeskleurig masker voor het gezicht, een capuchon op en een wapen in zijn hand, [naam 1] , gelegen aan de [adres 2] in Apeldoorn, binnenlopen. Daar was op dat moment [slachtoffer 1] aan het werk. Verdachte is vervolgens op [slachtoffer 1] afgelopen en heeft tegen hem geroepen: “maak de kluis open, maak de kluis open”. Het wapen heeft hij daarbij op [slachtoffer 1] gericht en gericht gehouden. Vervolgens is hij achter [slachtoffer 1] aan naar de kluis in de bijkeuken gelopen. Daar heeft hij wederom geroepen “maak de kluis open, maak de kluis open”. Toen bleek dat [slachtoffer 1] de kluis niet kon openen omdat hij de code niet kende, riep verdachte “doe me dan de kassa maar”. [slachtoffer 1] heeft daarop de kassalade met daarin een geldbedrag aan verdachte gegeven. Verdachte heeft vervolgens met die kassalade het cafetaria verlaten. Tijdens de overval is op enig moment het wapen van verdachte afgegaan.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit. De officier van justitie acht daarbij bewezen dat verdachte ook daadwerkelijk heeft geschoten.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met dien verstande dat het wapen niet is afgegaan omdat verdachte schoot maar omdat verdachte meteen uitgleed toen hij binnenkwam. Verder heeft verdachte geen € 884, - maar € 600, - weggenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Verdachte heeft bekend dat hij deze overval heeft gepleegd. Verdachte heeft ook bekend dat daarbij zijn wapen is afgegaan. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of verdachte per ongeluk een schot heeft gelost tijdens het uitglijden of dat verdachte gericht heeft geschoten. Daarnaast is de vraag welke bedrag verdachte heeft weggenomen.

Over het schieten heeft aangever [slachtoffer 1] verklaard dat de overvaller het vuurwapen op het lichaam van [slachtoffer 1] richtte en daarbij riep: “maak de kluis open, maak de kluis open”. Toen [slachtoffer 1] vervolgens zei dat hij de code niet wist, begon de overvaller af te tellen: “ 5, 4, 3, 2, …” Op dat moment vreesde [slachtoffer 1] dat de overvaller hem echt dood zou schieten bij 0. Na het aftellen richtte de overvaller zijn vuurwapen de keuken in, in de richting van de vloer en vervolgens hoorde [slachtoffer 1] een zeer luide knal. De overvaller stond op dat moment in de deuropening van de bijkeuken en schoot vanuit die deuropening de keuken in. In de mand op het werkblad in de keuken is een huls aangetroffen. Getuige [getuige 1] woont schuin boven het cadetaria. Hij heeft verklaard dat hij hoorde dat er werd geschreeuwd om de kluis en dat er vervolgens werd teruggeteld “ 3, 2, 1”, waarna hij een harde knal hoorde.

[slachtoffer 1] en [getuige 1] verklaren dus allebei dat het schieten volgde op het schreeuwen om de kluis en op het aftellen. Bovendien is in de door [slachtoffer 1] aangewezen richting een huls gevonden. De rechtbank heeft daarom geen reden om aan de verklaring van [slachtoffer 1] te twijfelen en acht bewezen dat verdachte doelbewust een schot heeft gelost om zijn eis kracht bij te zetten.

Wat betreft het geld stelt de rechtbank vast dat aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat er € 884, - is weggenomen, bestaande uit de dagopbrengst en het startbedrag van die dag. De rechtbank heeft geen reden aan die verklaring te twijfelen.

Het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als afpersing, omdat [slachtoffer 1] door dreiging met geweld door verdachte het weggenomen geld aan verdachte heeft afgegeven.

Onder verdachte is een vuurwapen (gaspistool) in beslaggenomen. Verdachte heeft verklaard dat dit het wapen is dat hij heeft gebruikt bij de overval. Dat wordt ondersteund door het rapport van het NFI. De aangetroffen huls en het vuurwapen zijn onderzocht waarbij is beschouwd als hypothese I dat de huls is verschoten met het vuurwapen en als hypothese II dat de huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen. Er zijn aanwijzingen gevonden dat de in het cafetaria aangetroffen huls afkomstig is uit het bij verdachte aangetroffen vuurwapen. De bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek zijn minimaal zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese I waar is, dan wanneer hypothese II waar is. Gelet op de verklaring van verdachte en de bevindingen van het vergelijkend onderzoek acht de rechtbank bewezen dat dit het wapen is waarmee verdachte de overval heeft gepleegd. Dit wapen betreft een vuurwapen in de zin van artikel 1 categorie III van de Wet wapens en munitie. Daarmee staat vast dat het geldbedrag is afgegeven onder dreiging van een vuurwapen.

Parketnummer 05/882653-17 feit 2

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 29 april 2017 is Cafetaria [naam 3] , gevestigd [adres 3] in Apeldoorn overvallen. [slachtoffer 3] had die avond in het cafetaria gewerkt en wilde net de deur afsluiten toen er een man op hem af kwam rennen. De man schreeuwde: “niet dichtdoen, niet dichtdoen” en “maak open, maak open” en “doe de deur open of ik schiet echt” en richtte daarbij een wapen op [slachtoffer 3] . Vervolgens schreeuwde de man nogmaals: “ maak open, maak open”, waarna [slachtoffer 3] de deur open maakte en met de man terug naar binnen ging. Daar riep de man ” naar het geld, naar het geld”. [slachtoffer 3] is rechtstreeks naar de keuken gelopen en heeft de verlichting aangedaan. Toen hoorde hij de overvaller roepen: “ wat doe je, lampen uit, lampen uit” en meteen deed de overvaller de lichten uit. Aangekomen bij de kassa riep de overvaller dat [slachtoffer 3] de kassa moest open maken. Omdat de kassa moest worden opgestart, heeft [slachtoffer 3] aan de overvaller proberen uit te leggen dat het openen van de kassa nog ongeveer 15 seconden ging duren, maar die reageerde enkel met: “nu open, je houdt me voor de gek” en “ik schiet echt”. Daarbij hield hij al die tijd een wapen op [slachtoffer 3] gericht. Toen de kassa uiteindelijk open ging, heeft de overvaller biljetten uit de kassa gepakt. Daarna riep hij: “open, kluis, kluis” en “jij hebt de sleutel, maak die kluis open”. [slachtoffer 3] heeft vervolgens de sleutel van de kluis gepakt en is naar de kluis gelopen. Al die tijd liep de overvaller achter hem aan met het wapen op hem gericht. [slachtoffer 3] heeft vervolgens de kluis geopend en de overvaller heeft uit de kluis een kistje met rolletjes muntgeld gepakt en het muntgeld in zijn tas gestopt. Daarna richtte hij het wapen weer op [slachtoffer 3] en zei dat hij rustig moest blijven staan. De overvaller heeft vervolgens het cafetaria verlaten.

Bij de overval is ongeveer € 3000, - buitgemaakt, bestaande uit biljetten en muntgeld. Twee dagen voor de overval heeft het cafetaria rolletjes muntgeld geleverd gekregen. Dat waren 12 rolletjes 2 euromunten, 10 rolletjes 1 euromunten en 5 rolletjes 50-eurocenten. Alle rolletjes zijn weggenomen uit de kluis maar aangever weet niet precies hoeveel rolletjes daar nog lagen ten tijde van de overval.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig aan deze overval

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De modus operandi en de uiterlijke kenmerken van de dader zijn onvoldoende om te kunnen bewijzen dat verdachte de persoon is geweest die deze overvallen heeft gepleegd.

Beoordeling door de rechtbank

Vast staat dat op 29 april 2017 cafetaria [naam 3] is overvallen. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of het verdachte is geweest die deze overval heeft gepleegd.

Cafetaria [naam 3] heeft beveiligingscamera’s. Daarop is de overval te zien. Deze beelden zijn door de politie bekeken. Te zien is dat tijdens de overval de verlichting in de keuken aan gaat en meteen daarna door de overvaller wordt uitgedaan, hetgeen [slachtoffer 3] ook heeft verklaard. Door het aangaan van de verlichting is de overvaller even te zien. Hij draagt een donkerblauwe, getailleerde driekwart jas met capuchon. Op de rechtermouw van de jas, ter hoogte van de bovenarm, zit een embleem met een witte/lichte kleur en het lijkt erop dat de getailleerde jas strak is aangetrokken met een koord.

Op 6 maart 2018 zijn tijdens de uitzending van Opsporing Verzocht beelden getoond, zowel van de overval op [naam 3] aan de [adres 2] (welke overval door verdachte is bekend) als ook de bovengenoemde beelden van de overval op [naam 3] aan het [adres 3] te Apeldoorn.

Getuige [getuige 2] is de ex-partner van verdachte en de moeder van zijn kinderen. Zij kent verdachte dus goed. Zij heeft verklaard dat zij verdachte op de beelden van beide overvallen heeft herkend. Zij herkent hem aan zijn hele postuur, zijn houding en zijn jas. De jas, zwart, tot over de billen met een trekkoord in het midden en een licht embleem op de mouw, lijkt zeer veel op de jas die verdachte droeg toen hij een keer eerder bij haar aan de deur is geweest.

Verder heeft [getuige 2] verklaard dat zij op 29 april 2017 muntgeld van verdachte heeft gekregen. Dat waren rolletjes van 2 euro, 1 euro en 50 cent. Zijn moeder was daarbij. Verdachte vertelde haar toen ook dat hij naar de stad ging om nog meer geld te storten.

In het dossier bevindt zich een printscreen van een Whats-app gesprek tussen verdachte en [getuige 2] van 29 april 2017. Verdachte zegt daarin dat [getuige 2] schoenen kan gaan halen voor hun kind. [getuige 2] antwoordt dat ze niet wil weten waar het vandaan komt en zet daar “ horen-zien-en-zwijgen” symbolen achter.

[getuige 3] , een vriendin van [getuige 2] , heeft verklaard dat [getuige 2] tegen haar gezegd heeft dat ze verdachte herkende op de beelden bij Opsporing Verzocht en ook dat [getuige 2] een hele tijd geleden, nog voor Opsporing Verzocht tegen haar heeft gezegd dat ze rolletjes geld van verdachte had gekregen om schoenen te kopen voor de kinderen.

Verder zit er een tapgesprek in het dossier tussen [getuige 2] en de vader van verdachte, opgenomen op 14 april 2018. Het gesprek gaat erover dat [getuige 2] verdachte heeft herkend op de beelden. Zij zegt over haar herkenning en de reactie van de vader dat hij verdachte niet heeft herkend: “ ik wel, kom op zeg. Hij heeft mij toen die rolletjes gegeven. Dan kunnen we allemaal wel ontkennen en voor hem op blijven komen. (…) Maar dat gaat nergens over. Ik wil gewoon niet dat mijn kinderen zo’n voorbeeld krijgen. (…).

Verdachte heeft op 29 april 2017 een storting gedaan van € 486, - bij de muntautomaat aan de [adres 5] in Apeldoorn. Daarbij heeft verdachte 80 stuks 50 eurocentmunten en 223 2- euromunten gestort op zijn eigen rekening.

De rechtbank stelt vast dat verdachte niet alleen wordt herkend op de beelden maar ook dat hij de dag van de overval over (rolletjes) muntgeld beschikte. Daarbij is van belang dat verbalisanten hebben verklaard dat alleen bekend is gemaakt dat bij de overval muntgeld is weggenomen, niet dat het om rolletjes muntgeld ging.

Verder is van belang de communicatie tussen verdachte en zijn ouders, welke communicaties heimelijk is opgenomen in de Penitentiaire Inrichting.

Op 13 april 2018 zijn de ouders van verdachte op bezoek bij verdachte in de PI en is onder andere het volgende te horen [letter 2] = vader , [letter 3] = moeder en [letter 1] = verdachte.

[letter 1] Ze zeggen, ja je hebt ook een overval gepleegd op de [naam 3] [adres 3] .

[letter 2] En dat was op jouw verjaardag

[letter 1] . Dat was op mijn verjaardag. (…) [letter 2] Die jongen deed het licht aan en jij deed het gelijk weer uit, op de televisie. Gelukkig… (…) [letter 2] Ik zag gelukkig die jas, dat is bewijs…..die is nou weg.

En op 20 april 2018:

[letter 1] die, die die… [naam 3] … 1 van de 4 verdenken ze me van de snackbar aan de [adres 3]

[letter 2] Verder niet?

[letter 1] Nee.

[letter 2] [adres 3] hebben ze die jas niet, die heb ik weg gedaan.

En op 27 april 2018:

[letter 1] Weet je wat [getuige 2] ook heeft gezegd, dat ik op een of andere beelden te zien ben, dat ik met een blauwe jas iets doe (…)

[letter 2] Op welke beelden dan?

[letter 1] Ja, dat weet ik niet.

[letter 2] Bij Opsporing?

[letter 1] Ja, bij Opsporing. Ja, volgens mij eh [adres 3] bij [naam 3] [adres 3] .

[letter 2] Had je daar een jas van [naam 9] aan?

[letter 1] nee, daar was een blauwe jas (…). Naar het oordeel van de rechtbank kan uit deze gesprekken worden afgeleid dat ook de ouders van verdachte hem hebben herkend op de beelden bij Opsporing Verzocht. Met hen praat verdachte over de jas waarover [getuige 2] heeft verklaard en ook over en het aandoen van het licht tijdens de overval, waarover ook [slachtoffer 3] heeft verklaard. Dat, in combinatie met de herkenning van [getuige 2] , haar verklaring over de rolletjes muntgeld en de storting van een grote hoeveelheid munten op de dag van de overval, waarvoor een aannemelijk alternatief scenario ontbreekt, maakt dat de rechtbank geen twijfel heeft dat het verdachte is geweest die deze overval heeft gepleegd. Daarbij heeft hij gebruik gemaakt van een vuurwapen en heeft hij door dreiging met geweld het tenlastegelegde geldbedrag weggenomen.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich ook heeft schuldig gemaakt aan diefstal met bedreiging van geweld.

Parketnummer 05/740363-18 feit 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Op 30 december 2017 is omstreeks 23.25 uur een overval gepleegd bij het restaurant van [naam 5] , gelegen aan de [adres 4] , locatie [naam 6] . Die avond waren [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] daar aan het werk. Wanneer zij die avond het pand willen verlaten en de voordeur willen afsluiten, horen zij een man zeggen: “ jullie moet ik hebben”. De man heeft gezichtsbedekkende kleding aan en een vuurwapen in de hand. Hij richt dat wapen op hen en hij zegt tegen [slachtoffer 5] “ik wil naar binnen, ik wil het geld” en “ik wil het binnen tien seconden hebben, anders schiet ik je vriend in zijn been”. [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] lopen vervolgens naar de keuken het kantoor in en de overvaller begint met aftellen “10, 9, 8, 7…. waarbij hij het wapen op het been van [slachtoffer 6] gericht houdt. [slachtoffer 5] opent vervolgens de kluis en geeft de overvaller de portemonnees die zich in de kluis bevinden. De overvaller houdt al de tijd zijn wapen gericht op de nek van [slachtoffer 5] . Daarna gaat de overvaller er met het geld vandoor. Hij neemt ongeveer € 800,- mee.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan deze overval.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Beoordeling door de rechtbank

Vast staat dat op 30 december 2017 een overval is gepleegd op het restaurant van recreatiepark [naam 5] in Beekbergen. De vraag die de rechtbank ook hier moet worden beantwoorden, is of verdachte is geweest die deze overval heeft gepleegd.

Verdachte heeft verklaard dat hij in 2012 een schoonmaakbedrijf is begonnen met zijn broer. Dat bedrijf verrichtte veel werkzaamheden voor [naam 5] . In 2016 is hij uit dit bedrijf gestapt maar dat bedrijf is wel werkzaamheden blijven verrichten voor [naam 5] . Hij zou in februari of maart 2018 zijn broer gaan helpen bij het schoonmaken van de terrassen op dat pand. Het park zelf kent hij op zijn duimpje.

De general manager van het park heeft verklaard dat klopt dat verdachte in het verleden op het park heeft gewerkt en ook dat verdachte het park door en door kent. Wanneer verdachte werkzaamheden op het park verrichtte, kreeg hij een fysieke plattegrond waarop hij moest aanstrepen bij welke bungalow werkzaamheden waren verricht. De plattegrond moest na de werkzaamheden worden ingeleverd. In 2017 heeft verdachte, voor zover hij weet, geen werkzaamheden meer in het park verricht.

Er is onderzoek verricht aan de telefoon van verdachte. Daaruit volgt dat verdachte op een onbekend gebleven tijdstip via Google heeft gezocht op “ [naam 10] ” en op “ [naam 11] ”. Er is gekeken of eveneens is gezocht op termen als “ res”, “ restaurant”, “eten” of “ uitgaan” maar daarvan is niet gebleken.

Verdachte heeft daarover verklaard dat hij rond kerst uit eten wilde met zijn ouders in dit restaurant. Die verklaring schuift de rechtbank ter zijde, gelet op het op 13 april 2018 in de Penitentiaire Inrichting heimelijk opgenomen gesprek tussen verdachte en zijn ouders. Tijdens dat gesprek zegt verdachte immers: “nee, maar als ik nou zeg van luister…(onverstaanbaar)…kom daar gaan we eten, dat is ontlastend…als jullie dat nou bevestigen (…)”

Op 30 december, de dag van de overval (die rond 23.30 uur plaatsvond), heeft verdachte een aantal keer met zijn mobiele telefoon via Google gezocht. Verdachte zocht om 04:23 uur naar “ [adres 4] ”, om 04:46 uur naar “ [naam 6] ”, om 17:16 uur naar “ [naam 12] ” en om 20:03 uur en 20:21 uur naar “ [naam 13] ”.

Een aannemelijke verklaring waarom verdachte deze dag zo veel informatie zockt op internet over het restaurant dat later die dag is overvallen, is niet gegeven. Bovendien heeft verdachte op 30 december 2017 om 4:47 uur een plattegrond van [naam 14] gedownload. De verklaring die verdachte hiervoor heeft gegeven, namelijk dat hij in februari/maart zijn broer weer zou gaan helpen met schoonmaakwerkzaamheden en hij de plattegrond nodig had om aan te kunnen kruisen welke bungalow hij al had gehad, schuift de rechtbank opzij, gelet op de verklaring van [naam 15] dat met een fysieke plattegrond werd gewerkt. Bovendien is het moeilijk voor te stellen dat verdachte midden in de nacht een plattegrond zoekt van een park dat hij naar eigen zeggen op zijn duimpje kent ten behoeve van werkzaamheden die pas twee maanden later zullen gaan plaatsvinden.

Verder is met de telefoon van verdachte vanaf 30 december 2017, 23:05 uur (een half uur voor de overval) tot 31 december 2017, 06:02 uur, geen verbinding met een zendmast tot stand gekomen, ondanks het feit dat door de moeder van verdachte werd gebeld en internetverbinding werd gezocht. Dit duidt erop dat de telefoon in die periode uitgestaan heeft. Op het moment van de eerste activiteit op 31 december 2017, 06:02 uur, werd verbinding gemaakt met de zendmast [adres 6] in Beekbergen. De locatie [naam 5] [naam 6] valt binnen het directe bereik van deze zendmast.

Tot slot wijst de rechtbank erop dat ook bij deze overval de overvaller heeft afgeteld om zijn eis kracht bij te zetten, hetgeen overeenkomt met de werkwijze van verdachte bij de overval op de [naam 3] [adres 2] .

Gelet op deze overeenkomstige, specifieke werkwijze van de overvaller, op de enkel op de dag van de overval gebruikte zoektermen die zien op de overvallen locatie, op het gesprek tussen verdachte en zijn ouders in de PI over een van deze zoektermen, welk gesprek door de rechtbank wordt geduid als een initiatief van verdachte om een alternatieve verklaring voor deze zoekterm te verkrijgen, op de aangetroffen plattegrond van de overvallen locatie en op het (gebrek aan) telefoonverkeer die nacht staat naar het oordeel van verdachte vast dat het verdachte is geweest die deze overval heeft gepleegd. Bij deze overval zijn [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] gedwongen tot afgifte van geld en daarom is sprake van een afpersing.

Parketnummer 05/740363-18 – feit 2

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • het proces-verbaal van bevindingen, p. 666, 667 en 668;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2019.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onderstaande tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:

Parketnummer 05/882653-17

hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Apeldoorn met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in/uit een Cafetaria, genaamd [naam 1] (gelegen aan de [adres 2] ) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van -een hoeveelheid geld (ongeveer 884 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -met een (vleeskleurig) masker voor het gezicht, althans met bedekt gelaat, en/of met een capuchon op en/of met in zijn hand een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp [naam 1] is binnengelopen en/of -tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(daarbij) een op een vuurwapen, gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en/of -achter die [slachtoffer 1] aan naar de kluis (in de bijkeuken) is gelopen en/of (wederom)

(zakelijk weergegeven) heeft gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(als die [slachtoffer 1] antwoordt dat hij de code niet weet) (opzettelijk dreigend) begint af te tellen "5, 4, 3, 2, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte (op) die [slachtoffer 1] zou (dood)schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn(en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of -(vervolgens) het wapen op de vloer in de keuken heeft gericht en/of een schot heeft gelost/afgevuurd (teneinde zijn eis kracht bij te zetten) en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Doe me dan de kassa maar"(onderzoek

[naam 2] );

en/of

hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een Cafetaria, genaamd [naam 1] (gelegen aan de [adres 2] ) -een hoeveelheid geld (ongeveer 884 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken

en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te

maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -met een (vleeskleurig) masker voor het gezicht, althans met bedekt gelaat, en/of met een capuchon op en/of met in zijn hand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp [naam 1]

is binnengelopen en/of -tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak de kluis open, maak de kluis open" en/of -(daarbij) het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en/of -achter die [slachtoffer 1] aan naar de kluis (in de bijkeuken) is gelopen en/of (wederom)

(zakelijk weergegeven) heeft gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] "Maak de kluis

open, maak de kluis open" en/of -(als die [slachtoffer 1] antwoordt dat hij de code niet weet) (opzettelijk dreigend) begint af te tellen "5, 4, 3, 2, ..... (met het kennelijke doel te doen

voorkomen dat verdachte (op)die [slachtoffer 1] zou (dood)schieten zodra verdachte bij nul

(0) zou zijn (en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of -(vervolgens) het wapen op de vloer in de keuken heeft gericht en/of een schot heeft gelost/afgevuurd (teneinde zijn eis kracht bij te zetten) en/of -(vervolgens)opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 1] heeft

gezegd/geroepen(zakelijk weergegeven) "Doe me dan de kassa maar"(onderzoek

[naam 2] ):

hij op of omstreeks 29 april 2017 te Apeldoorn met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in en/of uit een cafetaria, genaamd [naam 3] (gelegen aan het [adres 3] ) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van -een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 2892,25 (achtentwintighonderdentweeënnegentig euro en vijfentwintig eurocent, althans enig geldbedrag) , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -(toen die [slachtoffer 3] de deur van de Cafetaria voornoemd wilde afsluiten, danwel afsloot) onverhoeds op die [slachtoffer 3] kwam afrennen en/of -(daarbij) tegen die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "Niet dicht doen, niet dicht doen" en/of "Maak open, maak open" en/of (zakelijk weergegeven) "Doe die deur open of ik schiet echt" en/of -een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp) op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en/of -(wederom)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer 3] heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"Maak open, maak open" en/of -(nadat de deur open was gemaakt door die [slachtoffer 3] )tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Naar het geld, naar het geld" en/of (aangekomen bij de kassa) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak open, maak open" en/of -(als die [slachtoffer 3] uitlegt dat het opstarten van de kassa ongeveer 15 seconden duurt) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"nu open, je houdt me voor de gek"! en/of "Ik schiet echt"! en/of (daarbij het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp), op die [slachtoffer 3] heeft gericht gehouden -(nadat verdachte de bankbiljetten uit de kassa heeft gepakt/verkregen) heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Kluis, kluis" en/of "Jij hebt de sleutel, maak die kluis open" en/of -(na de opening van de kluis door die [slachtoffer 3] en/of het verkrijgen van het geld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven), terwijl verdachte een vuurwapen of een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden), "Jij blijft nu rustig hier, ja"? (onderzoek [naam 4] );

en/of

hij op of omstreeks 29 april 2017 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen -een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 2892,25 (achtentwintighonderdentweeënnegentig euro en vijfentwintig eurocent, althans enig geldbedrag) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [naam 3] (gevestigd [adres 3] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij -verdachte- -(toen die [slachtoffer 3] de deur van de Cafetaria voornoemd wilde afsluiten, danwel afsloot) onverhoeds op die [slachtoffer 3] kwam afrennen en/of -(daarbij) tegen die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven) "Niet dicht doen, niet dicht doen" en/of "Maak open, maak open" en/of (zakelijk weergegeven) "Doe die deur open of ik schiet echt" en/of – op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp) op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en/of -(wederom)meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer 3] heeft geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"Maak open, maak open" en/of - nadat de deur open was gemaakt door die [slachtoffer 3] ) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/gezegd (zakelijk weergegeven) "Naar het geld, naar het geld" en/of (aangekomen bij de kassa) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Maak open, maak open" en/of -(als die [slachtoffer 3] uitlegt dat het opstarten van de kassa ongeveer 15 seconden duurt) tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen/geschreeuwd (zakelijk weergegeven)"nu open, je houdt me voor de gek"! en/of "Ik schiet echt"! en/of (daarbij een op een vuurwapen, gelijkend (voor afdreiging geschikt voorwerp), op die [slachtoffer 3] heeft gericht gehouden -(nadat verdachte de bankbiljetten uit de kassa heeft gepakt/verkregen) heeft geroepen (zakelijk weergegeven) "Kluis, kluis" en/of "Jij hebt de sleutel, maak die kluis open" en/of -(na de opening van de kluis door die [slachtoffer 3] en/of het verkrijgen van het geld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 3] heeft geroepen (zakelijk weergegeven), terwijl verdachte een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden), "Jij blijft nu rustig hier, ja"? (onderzoek [naam 4] );

Parketnummer: 05/740363-18

hij op of omstreeks 30 december 2017 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen in/uit het kantoor van [naam 5] (gelegen a/d/ [adres 4] (Locatie [naam 6] )) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 800,-, althans enig geldbedrag), in

elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [naam 5] toebehoorde, immers is/heeft verdachte; -onverhoeds, met gezichtsbedekkende kleding/bedekt gelaat en/of met een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp in de hand, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] afgelopen (terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] het pand voornoemd aan het afsluiten waren) en/of -een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer 5] (in het bijzijn van die [slachtoffer 6] )op intimiderende/dreigende toon gezegd/geroepen(zakelijk

weergegeven) "ik wil naar binnen, ik wil het geld" en/of "ik wil het binnen tien seconden hebben, anders schiet ik je vriend ( [slachtoffer 6] ) in zijn been" en/of -(vervolgens) begonnen met af te tellen "10, 9, 8, 7, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte die [slachtoffer 6] in zijn been zou schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn (en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op de het be(e)n(en) van die [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, (daarbij) (continu) gericht (gehouden) op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of -het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, is blijven richten en/of gericht heeft gehouden op/tegen de nek/hals van die [slachtoffer 5] , terwijl die [slachtoffer 5] de kluis opende(ondcerzoek [naam 7] );

en/of hij

op of omstreeks 30 december 2017 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, in/uit het kantoor van [naam 5] (gelegen a/d/ [adres 4] (Locatie [naam 6] )) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 800,-, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/heeft verdachte -onverhoeds, met gezichtsbedekkende kleding/bedekt gelaat en/of met een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp in de hand, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] afgelopen (terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] het pand voornoemd aan het afsluiten waren) en/of -een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer 5] (in het bijzijn van die [slachtoffer 6] ) op intimiderende/dreigende toon gezegd/geroepen(zakelijk weergegeven) "ik wil naar binnen, ik wil het geld" en/of "ik wil het binnen tien seconden hebben, anders schiet ik je vriend ( [slachtoffer 6] ) in zijn been" en/of -(vervolgens) begonnen met af te tellen "10, 9, 8, 7, ..... (met het kennelijke doel te doen voorkomen dat verdachte die [slachtoffer 6] in zijn been zou schieten zodra verdachte bij nul (0) zou zijn(en de kluis niet zou zijn geopend)) en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp op de het be(e)n(en) van die [slachtoffer 6] gericht (gehouden) en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, (daarbij) (continu) gericht (gehouden) op die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of -het vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp, is blijven richten en/of gericht heeft gehouden op/tegen de nek/hals van die [slachtoffer 5] , terwijl die [slachtoffer 5] de kluis opende(ondcerzoek [naam 7] );

hij in of omstreeks 11 maart 2017 tot en met 14 maart 2018 te Apeldoorn en/of elders in Nederland, een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool, model Colt [naam 8] , kaliber 9 mm P.A.K.(voorzien van serienr. [nummer] ), en/of munitie van categorie III, te weten ongeveer 38, althans een hoeveelheid, knalpatronen, kaliber 9mm P.A.K en/of ongeveer 9, althans een hoeveelheid kogelpatronen kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

ten aanzien van parketnummer 05/882653-17, feit 1, en parketnummer 05/740363-18, feit 1 telkens:

afpersing

ten aanzien parketnummer 05/882653-17, feit 1

diefstal voorafgaand en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.

ten aanzien van parketnummer 05/740363-18, feit 2

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt begaan met een vuurwapen van categorie III,

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

5 De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte voor – kort gezegd – 3 overvallen en vuurwapenbezit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er bij de op te leggen straf aansluiting gezocht dient te worden bij de LOVS-oriëntatiepunten en verzocht de door de officier van justitie gevorderde straf om die reden te matigen.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte. Daarbij valt op dat verdachte tot 2012 meermalen met justitie in aanraking is geweest voor allerlei verschillende feiten. Na 2012 is verdachte nog eenmaal veroordeeld. Verdachte is nooit tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van drie gewapende overvallen. Deze overvallen zijn gepleegd onder dreiging van een vuurwapen. In twee van de drie gevallen heeft verdachte zijn eis om geld kracht bijgezet door dit vuurwapen op de medewerkers van de cafetaria’s en het restaurant te richten, door te dreigen met schieten, door af te tellen en in een geval zelfs na het aftellen daadwerkelijk te schieten. Verdachte heeft daarmee een voor de slachtoffers zeer beangstigende situatie gecreëerd en uit de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaringen volgt ook dat zij doodsangsten hebben uitgestaan. Namens hen is toegelicht wat het met hen heeft gedaan dat zij werden overvallen, dat er wapens op hen werden gericht, dat er werd afgeteld om ervoor te zorgen dat er kluizen werden opgemaakt en dat er zelfs op enig moment na het aftellen werd geschoten. Verdachte heeft het allemaal uiterlijk onbewogen aangehoord en nauwelijks blijk ervan gegeven dat hij beseft dat hij, om in zijn eigen financiële behoefte te voorzien, een ander heeft opgezadeld met een levensgroot trauma. Ook uit de weigering van verdachte om mee te werken aan iedere vorm van diagnostiek kan worden afgeleid dat het verdachte weinig tot niets interesseert hoe dit heeft kunnen ontstaan of in de toekomst voorkomen kan worden. Bij dergelijke feiten en een dergelijke houding past enkel het opleggen van een langdurige gevangenisstraf.

De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Als oriëntatiepunt voor een “ overval met bedreiging”, wordt een gevangenisstraf van twee jaren gehanteerd. De rechtbank neemt deze straf als uitgangspunt maar weegt strafverzwarend de volgende omstandigheden mee. Ten eerste heeft verdachte bij de overvallen gebruik gemaakt van een vuurwapen. Dat was weliswaar een gaspistool, waarmee nagenoeg geen letsel kan worden veroorzaakt, maar dat maakt de angst bij degene op wie dit wapen wordt gericht niet minder. Ten tweede is verdachte bij twee overvallen gaan aftellen terwijl hij daarbij het wapen richtte op de slachtoffers en ten derde heeft de verdachte bij één overval, na het aftellen, daadwerkelijk geschoten. Dit handelen veroorzaakt zoveel angst bij slachtoffers en laat zulke diepe sporen na dat dit in de strafmaat zwaar tot uitdrukking dient te worden gebracht. Tot slot heeft de rechtbank acht geslagen op de ogenschijnlijke onverschillige houding van verdachte. Wanneer de rechtbank acht slaat op dit alles, acht zij het oriëntatiepunt van twee jaar per overval geen recht doen aan ernst van de feiten en de gevolgen van deze feiten voor de slachtoffers De door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van acht jaren is passend en zal daarom worden opgelegd.

7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding:

Parketnummer: 05/882653-17

[slachtoffer 1] € 7.232,80 (feit 1);

[slachtoffer 2] € 204,99 (feit 1)

[slachtoffer 3] € 4.235,81 (feit 2);

[naam 16] € 688,50 (feit 2)

Parketnummer 05/740363-18

[slachtoffer 6] € 2.500,- (feit 1)

[slachtoffer 5] € 2.500,- (feit 1)

[naam 5] € 1045,17 (feit 1)

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen telkens tot betaling van de gevorderde bedragen toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente, en heeft gevorderd dat daarbij telkens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht hechtenis wordt opgelegd.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft primair niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [naam 16] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 5] en [naam 5] bepleit in verband met de door haar betoogde vrijspraken.

Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk zijn in hun vordering wat betreft de gevorderde immateriële schade, nu er onvoldoende aanknopingspunten zijn dat bij hen sprake is van psychisch letsel .

Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] reeds € 2.500, - uitgekeerd hebben gekregen van het Schadefonds voor Geweldsmisdrijven en dat zij daarom in zoverre geen schade (meer) hebben. Daarbij geldt ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 1] nog dat het causaal verband tussen de schade en het onderhavige feit niet is vast te stellen door de eerder vastgestelde stoornis. Bovendien dient de schade die ziet op verlies van arbeidsvermogen te worden gehalveerd omdat zijn arbeidscontract sowieso op 1 juni 2017 zou eindigen.

Ten aanzien van [slachtoffer 2] heeft de raadsvrouw nog gewezen op het feit dat de BTW kan worden verrekend. Wat betreft [naam 16] heeft de raadsvrouw nog gesteld dat de kosten van het inzetten van een extra medewerker niet aan verdachte toegerekend kunnen worden.

Beoordeling door de rechtbank

Parketnummer 05/882653-17

Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1)

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een bedrag van € 7.232,80 gevorderd als vergoeding van door hem geleden schade waarvan € 2.232,80 materiële schade (verlies aan arbeidsvermogen over de periode april 2017 tot en met juli 2018) en € 5.000,- immateriële schade.

De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade geheel kan worden toegewezen nu deze rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit. Dat het arbeidscontract van de benadeelde partij mogelijk op 1 juni 2017 zou eindigen, doet daar niet aan af. Verdachte kon immers in die periode niet werken, ook niet bij een andere werkgever, als gevolg van de overval.

Ook de immateriële schade vloeit rechtstreeks voort uit het bewezenverklaarde feit. Vast staat dat [slachtoffer 1] een bedrag van € 2.500,- uitgekeerd heeft gekregen van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, staat deze uitkering er niet aan in de weg dat in een strafprocedure een (hoger) bedrag via een verzoek tot schadevergoeding wordt toegekend. In artikel 6, tweede lid, van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven is bepaald dat het schadefonds een bedrag kan toekennen met als voorwaarde dat de door het slachtoffer ontvangen vergoeding als bedoeld in het eerste lid – schade die het slachtoffer op een andere manier heeft kunnen verhalen op de dader – waarvan het fonds na uitkering kennis krijgt, alsnog in mindering kan worden gebracht op de uitkering aan het slachtoffer. Het slachtoffer moet het Schadefonds ook op de hoogte stellen als hij/zij geld van anderen krijgt, bijvoorbeeld de dader. Het schadefonds bekijkt vervolgens of de eerder verkregen uitkering moet worden terugbetaald. Zoals de Hoge Raad in een arrest van 20 april 2004 (LJN-nummer AO3452) heeft geoordeeld, heeft het niet-ontvankelijk verklaren van de benadeelde partij, in gevallen waarin het Schadefonds Geweldsmisdrijven reeds een bedrag heeft uitgekeerd, het onwenselijk effect dat de schadeveroorzaker niet wordt veroordeeld tot het betalen van de schadevergoeding, maar (een deel van) de schade feitelijk voor rekening van de Staat blijft. Naar het oordeel van de rechtbank leidt uitkering daarom niet tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij.

Gelet op de omstandigheid dat de benadeelde partij tijdens de overval op zijn werk met een vuurwapen is bedreigd acht de rechtbank aannemelijk dat de benadeelde partij zeer angstig is geweest en dat de overval een grote impact op hem heeft gehad. Dit wordt ook bevestigd door het feit dat hij onder behandeling is van een psycholoog in verband met angsten en herbelevingen. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen immateriële schade heeft geleden. Dat de benadeelde partij al geruime tijd hulp ontvangt in verband met een eerdere overval maakt dat niet anders.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar. Een bedrag van € 7.232,80 zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2017 tot de dag der algehele voldoening.

Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1)

De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een bedrag van € 204,99 gevorderd als vergoeding van door hem geleden materiële schade, bestaande uit vergoeding van onherstelbaar beschadigde magnetron en de kassalade.

De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade – met uitzondering van de gevorderde BTW ad € 24,30 nu dit bedrag door de benadeelde partij verrekend kan worden – voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 180,69 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2017 tot de dag der algehele voldoening.

De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 2)

De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een bedrag van € 4.235,81 gevorderd als vergoeding van door hem geleden schade waarvan € 1.735,81 materiële schade, bestaande uit verlies aan arbeidsvermogen en reiskosten, en € 2.500,- immateriële schade.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 2 bewezenverklaarde handelen rechtstreeks materiële schade heeft geleden. Die schade is voldoende onderbouwd en de rechtbank acht die toewijsbaar.

Ook de immateriële schade vloeit rechtstreeks voort uit het bewezenverklaarde feit. Wat betreft de uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven verwijst de rechtbank naar hetgeen bij de benadeelde partij [slachtoffer 1] is overwogen. Ook hier staat die uitkering niet aan toewijzing in de weg. Gelet op de omstandigheid dat de benadeelde partij tijdens de overval op zijn werk met een (nep)vuurwapen is bedreigd, acht de rechtbank aannemelijk geworden dat de benadeelde partij zeer angstig is geweest en dat de overval een grote impact op hem heeft gehad. Naar het oordeel van de rechtbank is, vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen immateriële schade heeft geleden.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar zodat de vordering voor een totaalbedrag van € 4.235,81 zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2017 tot de dag der algehele voldoening.

Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 16] (feit 2)

De benadeelde partij [naam 16] heeft een bedrag van € 688,50 gevorderd als vergoeding van door hem geleden materiële schade, bestaande uit loonkosten in verband met de inzet van een extra medewerker.

De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden. Het inzetten van een extra medewerker draagt niet bij aan omzetvermeerdering maar wel aan kostenvermeerdering. Het standpunt dat deze medewerker daadwerkelijk heeft gewerkt en dat dus geen schade is ontstaan, zoals gesteld door de raadsvrouw, deelt de rechtbank dan ook niet. Niet valt in te zien waarom deze schade voor rekening van de werkgever zou dienen te blijven, terwijl het door toedoen van verdachte is geweest dat hij genoodzaakt was een tweede werknemer in te zetten.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar zodat € 688,50 zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2017 tot de dag der algehele voldoening.

Parketnummer 05/740363-18

Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 6] (feit 1)

De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een bedrag van € 2.500,- gevorderd als vergoeding van door hem geleden immateriële schade. De rechtbank acht dit bedrag toewijsbaar en verwijst voor de onderbouwing naar hetgeen zij heeft overwogen ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] .

De vordering wordt daarom geheel toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2017 tot de dag der algehele voldoening.

Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 1)

De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een bedrag van € 2.500,- gevorderd als vergoeding van door hem geleden immateriële schade.

De rechtbank acht dit bedrag toewijsbaar en verwijst voor de onderbouwing naar hetgeen zij heeft overwogen ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] . De vordering wordt daarom geheel toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2017 tot de dag der algehele voldoening.

Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 5] (feit 1)

De benadeelde partij [naam 5] heeft een bedrag van € 1.045,17 gevorderd als vergoeding van door haar geleden materiële schade, bestaande uit diefstal van portemonnees met inhoud.

De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade – met uitzondering van de gevorderde BTW ad € 25,20 nu dit bedrag door de benadeelde partij verrekend kan worden – voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de vordering van de benadeelde partij toewijsbaar tot een bedrag van € 1.019,97. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2017 tot de dag der algehele voldoening.

De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

De schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezenverklaarde handelen aanleiding om ter zake van alle toegewezen vorderingen van benadeelde partijen de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling

Verdachte is op 12 mei 2016 door de politierechter van de rechtbank Gelderland veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het plegen van strafbare feiten (parketnummer 05/050909-16).

Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, wordt de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 24c, 36f, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9 De beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;

verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot

een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren;

 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen

 veroordeelt veroordeelde tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.

legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partij(en) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente vanaf hechtenis

Parketnummer 05/882653-17, feit 1:

1.[slachtoffer 1] € 7.232,80 19 maart 2017 71 dagen 2.[slachtoffer 2] € 180,69 19 maart 2017 3 dagen

Parketnummer 05/882653-17, feit 2:

3. [slachtoffer 3] € 4.235,81 29 april 2017 52 dagen 4. [naam 16] € 688,50 29 april 2017 13 dagen

5 [slachtoffer 6] € 2.500,00 30 december 2017 35 dagen

6. [slachtoffer 5] € 2.500,00 30 december 2017 35 dagen 7. [naam 5] € 1.019,97 30 december 2017 20 dagen

bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [naam 5] voor het overige niet-ontvankelijk in hun vorderingen;

gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Gelderland van 12 mei 2016, te weten van: 4 (vier) weken gevangenisstraf;

Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.A.M. Janssen, voorzitter, mr. C. Kleinrensink en mr. S.A. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van E.I. van Aalst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 maart 2019.

mr. Van Hoof is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2017125816, gesloten op 29 maart 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 199 t/m 201 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2019. Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 216. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 200. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 203. Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 217. Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 253. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 237. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2019. NFI-rapport wapen- en munitieonderzoek, p. 686 tot en met p. 688. Proces-verbaal onderzoek wapen, p. 666. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 765 tot en met 767. Proces-verbaal van verhoor van [naam 17] . Proces-verbaal van bevindingen, p. 825 tot en met p. 827. Schriftelijk bescheid, p. 428 tot en met p. 436. Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] . p. 704 tm p. 707. Proces-verbaal, p. 623. Proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] , p. 747 en p. 748. De uitwerking van een tapgesprek, p. 393. Proces-verbaal van bevindingen, p. 835 en de verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2019. Proces-verbaal van bevindingen OVC p. 516. Proces-verbaal van bevindingen OVC p. 533. Proces-verbaal van bevindingen OVC p. 555. Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] ,p. 844 en p. 855 en het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 848 en p. 849. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 118. De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2019. Aanvullend proces-verbaalnummer 201812191300 DOS, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] en gesloten op 20 december 2018, met bijlage, inhoudende proces-verbaal van verhoor van [naam 15] , p. 50 en p. 51. Proces-verbaal van bevindingen, p. 632. Proces-verbaal van bevindingen, p. 517. Los proces-verbaal 2017125816, opgemaakt door [verbalisant 4] en gesloten op 22 augustus 2018, p. 2 en p. 3. Proces-verbaal van bevindingen, p. 632. Proces-verbaal van bevindingen, p. 904 en p. 905.