ECLI:NL:RBGEL:2018:1269 Rechtbank Gelderland , 19-03-2018 / 05/740535-17
Samenvatting
Op 6 maart 2018 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1985, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland was en op dat moment gedetineerd in Zwolle. De zaak betreft een tenlastelegging van poging tot moord en poging tot zware mishandeling van twee verbalisanten van de Eenheid Oost-Nederland, alsook vernieling van een politievoertuig.
De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk proberen te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan de verbalisanten door met hoge snelheid hun dienstvoertuig te rammen. Dit gebeurde op of omstreeks 5 november 2017 in Beekbergen en/of Loenen. De officier van justitie had zowel een primair als een subsidiair verwijt geformuleerd, waarbij het primair verwijt de poging tot moord betrof en het subsidiaire verwijt de poging tot zware mishandeling. Daarnaast werd de verdachte verweten een politievoertuig te hebben vernield of beschadigd.
De rechtbank heeft zich eerst gebogen over de ontvankelijkheid van de officier van justitie. Het uitgangspunt is dat niet-ontvankelijkheid van de vervolging slechts in uitzonderlijke gevallen aan de orde is. De rechtbank concludeerde echter dat er sprake was van een uitzonderlijk geval. De verdachte had geweigerd haar identiteit vast te stellen en had geen medewerking verleend aan de politie. Hierdoor was er geen bewijs dat de persoon die voor de rechtbank stond dezelfde was als de gedagvaarde verdachte. Dit leidde tot de conclusie dat er geen strafrechtelijk belang meer aanwezig was om de vervolging voort te zetten.
Als gevolg hiervan verklaarde de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging van de verdachte. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd in het openbaar bekendgemaakt.
Soortgelijke uitspraken
Tijdslijn
Inhoudsindicatie
Identiteitsgegevens verdachte onbekend. Officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging. N.N. dagvaarding.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/740535-17 Datum uitspraak: 6 maart 2018
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 februari 2018 en 6 maart 2018.
1 De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 05 november 2017 te Beekbergen en/of Loenen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] (verbalisanten van de Eenheid Oost-Nederland) opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet (terwijl die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] zich bevonden in hun dienstvoertuig) rijdende in een personenauto ( [merk] met kenteken: [kenteken] ), in elk geval in een door haar, verdachte, bestuurde auto, met hoge snelheid en/of met verhoogde snelheid, meermalen het dienstvoertuig waarin die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] reden heeft geramd, althans daar tegenaan is gereden en/of heeft getracht dat dienstvoertuig van de weg te rijden, althans opzij en/of weg te drukken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 5 november 2017 te Beekbergen en/of Loenen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] (verbalisanten van de Eenheid Oost-Nederland) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (terwijl die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] zich bevonden in hun dienstvoertuig) rijdende in een personenauto ( [merk] met kenteken: [kenteken] ), in elk geval in een door haar, verdachte, bestuurde auto, met hoge snelheid en/of met verhoogde snelheid, meermalen het dienstvoertuig waarin die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] reden heeft geramd, althans daar tegenaan is gereden en/of heeft getracht dat dienstvoertuig van de weg te rijden, althans opzij en/of weg te drukken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op of omstreeks 05 november 2017 te Beekbergen en/of Loenen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk
- een politie dienstvoertuig, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Nationale Politie toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
2 Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging. Voorop moet worden gesteld dat niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie slechts in uitzonderlijke gevallen aan de orde is. Zo’n uitzonderlijk geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de vervolging wordt voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie heeft kunnen oordelen, dat met voorzetting van de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. De rechtbank is van oordeel dat van zo’n uitzonderlijk geval sprake is en overweegt daartoe het volgende.
Uit het procesdossier is gebleken dat de verdachte bij de politie niet heeft willen meewerken aan de vaststelling van haar identiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte thans is gedagvaard als [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] . In antwoord op daartoe door de rechtbank gestelde vragen, heeft de verdachte te kennen gegeven haar personalia niet bekend te willen maken. Gelet hierop en nu geen enkel ander gegeven voorhanden is waaruit blijkt dat de persoon die door de politie is aangehouden en die heden voor de rechtbank is verschenen dezelfde persoon is als de gedagvaarde persoon [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] , is met het voorzetting van de vervolging van verdachte [verdachte] geen strafrechtelijk belang (meer) aanwezig. Gelet daarop en gelet op het gegeven dat de voor de rechtbank verschenen verdachte tevens is gedagvaard als ‘N.N.’, zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van ‘ [verdachte] ’.
3 De beslissing
De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging van ‘ [verdachte] ’.